Jan, Jantien en de suvels back in Boalsert

Het hele weekend door doet Jan zijn uiterste best om aan minstens de helft van de georganiseerde activiteiten mee te doen, maar hij merkte halverwege de dag dat dit hem niet gaat lukken. De combinatie excursie bij brouwerij “Ons Vadertje”, een bierdaagse en een wijnproeverij zou Jan in zijn jonge jaren natuurlijk geen enkele moeite hebben gekost, maar blijkt nu toch een zware opgave. Jan besluit dan ook maar om Jantien naar de kaaskeuring af te vaardigen, haar smaakpapillen zijn door de excursie naar wasserij “De Blom” wat minder aangetast. 

Jan heeft ook opgemerkt dat het bestuur van het VAP zich wel heel betrokken voelt met het feest. Hij hoort zelfs dat er bestuursleden zijn die al een week van tevoren in de aangebouwde tent hebben geslapen om weer het gevoel van hun vroegere Bolswarder huisvesting terug te krijgen. Wat er tijdens die nachtelijke uren precies is gebeurd weet Jan niet precies, maar er wordt gefluisterd dat een Bolswarder veldwachter de naam van een van de VAP bestuursleden heeft opgeschreven. Vast staat in elk geval dat zijn collega VAPbestuurslid van politie noch brandweer ook maar iets heeft gemerkt en al die tijd gewoon heeft doorgeslapen. Hij wijt dit aan de uitstekende kwaliteit van de gebruikte gehoorbescherming. Als Jan bedenkt hoeveel ouder de meeste suvels zijn geworden sinds hun afstuderen dan denkt Jan stiekem dat dit bestuurslid waarschijnlijk een beetje hardhorend geworden is. 

Halverwege de zaterdag ontdekt Jan opeens een strak gestroomlijnd mobieltje, verdekt opgesteld bij een plantenbak. Natuurlijk denkt hij hier onmiddellijk aan bedrijfsspionage en onderwerpt het ding aan een grondige inspectie. Tot verbazing van Jan blijkt het ding echt te werken als een mobiele telefoon, en Jan vermaakt zich een tijdje uitstekend met het doorbladeren van de interessante adressenlijst. Wel blijft het nog een raadsel wie de gelukkige eigenaar is van zo’n spannende kennissenkring. Pas wanneer Jan een van de vrouwelijke leden van het VAP bestuur inschakelt, herkent deze de adressenlijst meteen als van de heer Vriesbrand. Het lijkt Jan onmogelijk dat deze zo lange tijd kan functioneren zonder aangesloten te zijn aan zijn mobiel: Jan kan niet veel bezigheden bedenken die de heer Vriesbrand zo lang hiervan kunnen scheiden. Na enig speurwerk in het reusachtige gebouw treft hij de heer Vriesbrand aan: volop bezig in een intense signeersessie. Na enig onderhandelen gaat Jan tevreden weer op zoek naar Jantien, gewapend met een gesigneerd exemplaar van Vriesbrand’s nieuwste drukwerkje. 

Weer in de centrale hal komt Jan terecht middenin de uitslag van de kaaskeuring. Door het geluid van rinkelend glaswerk en andere achtergrondgeluiden kon Jan de uitslag niet helemaal volgen maar volgens hem heeft Jantien alle vragen goed beantwoord en Jan meldt zich dan ook voor de hoofdprijs bij de stand waar de VAP bestuursleden druk in de weer zijn met het verkopen van consumptiemunten. Tot verbazing van Jan treft hij daar een van de bestuursleden ondersteboven in een doos onder de stand aan. Aangezien het niet de gewoonte is dat bestuursleden zich op deze manier voor Jan onzichtbaar proberen te maken vraagt Jan voorzichtig wat er aan de hand is. Van onderuit de doos mompelt het bestuurslid iets over onverlaten en een brandalarm, en als Jan de conciërge te hulp roept om het bestuurslid uit haar benarde positie te bevrijden hoort Jan van deze dat hij, in zijn haast om het brandalarm uit te schakelen, het bestuurslid een zet tegen een niet nader genoemd lichaamsdeel heeft gegeven, met genoemde gevolgen. Jan kijkt bezorgd om zich heen, op zoek naar alarmerende rookwolken, maar de enige rook die te zien is, is de walm die vlak naast de ingang opstijgt uit de tabakswaren van de verstokte volhouders. De conciërge fluistert Jan in zijn oor dat het helaas nog voorkomt dat ook binnen wordt gerookt. Om dat te camoufleren blijken oud-suvels brandende sigaren in hun broekzakken te stoppen (wat Jan toch niet zo’n veilig idee lijkt) of ze verbergen zich in de artiestenkleedkamer. Maar de Bolswarder snuffeldozen traceren de rook dwars door alle textiel en andere camouflage heen, en om boetes vanwege valse alarmen te voorkomen heeft de conciërge maar enkele seconden om te voorkomen dat de brandweer eerst op volle aanvalssterkte en vervolgens met een forse rekening op de stoep staat. En als je weet hoeveel dat kost, dan maal je niet om een bestuurslid meer of minder onder de tafel. Jan kan zich dat helemaal voorstellen en nadat hij bij het getroffen bestuurslid de kreukels weer een beetje heeft rechtgetrokken herinnert Jan zich zijn vraagt weer: waar hij nu de prijs voor Jantien in ontvangst kan nemen. Tot grote teleurstelling van Jan blijkt Jantien toch niet op de lijst met prijswinnaars voor te komen. Jan stelt nog even voor om alsnog een prijsvraag voor de Bierdaagse in te stellen, maar daar gaat het VAP bestuur niet op in. 

Dat heeft alweer andere zorgen: nu blijkt de aan het bestuur toevertrouwde lopersleutel ineens te zijn verdwenen. Nou ja, wat heet verdwenen, zoals zo vaak blijkt ook nu weer dat de meeste dingen niet verdwijnen, maar gewoon op een andere plaats zijn neergelegd. En er zit ook wel wat logica in om een sleutel op te bergen in een gereedschapskist. Daar bewaar je tenslotte ook de andere sleutels, engelse, dop, baco, noem maar op. De Marne sleutel zal zich de hele nacht niet onveilig hebben gevoeld, verschillende VAPbestuurders deden dat wel….. te denken aan al die kaas en wijn, om nog maar niet van het bier te spreken, dat nog in de weliswaar afgesloten maar niet meer lekdichte lokalen lag. 

Als Jan zaterdagavond in de grote zaal ineens zijn eigen verscheiden hoort bezingen schrikt hij toch wel. Hij laat zich door Jantien even flink in de neus knijpen en als hij dan voelt dat hij inderdaad bij de neus genomen wordt, is voor hem de zaak duidelijk. Dit is niet echt, hij is er nog wel degelijk. Opgelucht stapt hij dan ook na afloop van het cabaret met Jantien de dansvloer op. En na wat ochtendgymnastiek op de tonen van de band stappen ze, stevig gearmd en gewapend met een degelijke paraplu, de Friese lucht in en lopen naar het kosthuis waar ze, net als vroeger, zo vriendelijk onderdak hebben gekregen. Het was een welbesteed weekend, en Jan verheugt zich nu al weer op de volgende bijeenkomst. Hij denkt voor het slapengaan nog even aan het motto van de VAP: “ontmoeten en leren ontspannen”. Dat mag wat Jan betreft nog jarenlang stand houden. Of was het toch anders………

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *